Willem van Slooten: Er viel voor mij niet met God te leven
16 oktober 2018Willem van Slooten groeide op in een kerkelijk gezien, maar zijn beeld van God zat vol met angsten. Hij kreeg zelfs het idee dat God zich actief tegen hem keerde. Zijn geloof gleed zo ver af, dat hij overwoog zijn leven aan satan te geven. "Als God tegen me is, dan is er misschien wel iemand anders voor me", dacht Willem toen hij op missie was in Irak.
Genieten van God
In Bij Jorieke vertelde Willem van Slooten wat hij tegen zijn 'oude ik' zou willen zeggen. "Dan zou ik zeggen: leer God kennen wie Hij echt is. Geloof niet langer wat anderen zeggen of wat je zelf denkt, maar ga Hem vertrouwen. Het verschil tussen hoe ik vroeger en nu in het leven stond, is enorm. Ik geloof wel dat in God en wist zeker dat Hij bestond, maar geloven en een en relatie hebben, daar zit een wereld van verschil tussen. Ik kan nu enorm van God genieten, dan ga ik ergens zitten en geniet ik van de aanwezigheid van God."
Het hele gesprek met Willem van Slooten kun je hier terugluisteren.
Geweten
Als kind ging Willem altijd mee naar de kerk, ook had hij al jong een godsbesef. "Ik voelde wel dat mijn leven niet strookte met wat God van mij vroeg. Mijn geweten liet me dat zien. Wat ik voel en doe is niet in overstemming met wie God is. Ik voelde me daardoor heel erg veroordeeld en onzeker. Ik wist wel dat God goed is, maar ik was er niet van overtuigd dat Hij ook goed voor mij was."
Knetterdronken
"Ik verdacht God ervan dat Hij tegen me was als er kleine dingen in het leven tegen zaten. Dat begon als een kleine leugen, maar groeide langzaam uit naar een overtuiging. Ik ging vaak stappen, drinken en feesten. Met uitgaan opzich is niet zoveel mis, maar ik was echt flink vaak van de kaart en met dames op stap. Daarin merkte ik wel dat het niet was wat God wilde. 's Avonds lag ik knetterdronken in mijn bed en dan moest en zou ik nog even gaan bidden en Bijbellezen. Heel vaak werd ik 's morgens dronken wakker met de Bijbel in mijn hand. Als ik dat niet deed, zou ik straf krijgen of ziektes krijgen."
"Als ik dan weer een grotere zonde deed, liep ik weer vast. Ik moest vergeving vragen, maar ik kwam er niet verder mee. De relatie met God kon ik niet pakken."
Beeld: Willem van Slooten