Rob Favier brengt een ode aan de herfst: 'Veel geblaas en een boel meteorologische herrie'
23 september 2022Vandaag is het dan toch echt zo ver: de herfst is officieel begonnen. De een kijkt er al weken naar uit, voor de ander mag de zomer nog wel even blijven. We vroegen onze vaste overdenker Rob Favier om een ode aan dit nieuwe seizoen te schrijven. Het resultaat hoorde je in De Dag Van Vandaag en lees je hier nog eens rustig na!
De herstblues of najaarsrock’n roll?
Als je niet zo goed met iemand kunt opschieten of je hebt zelfs een conflict, kun je twee dingen doen. Je kunt zorgen dat je hem nooit meer tegenkomt. Je loopt een blokje om als hij in de buurt is, je negeert hem en doet net of hij niet meer bestaat. Het andere dat je kunt doen, is met diegene in gesprek gaan om er eens achter te komen waarom hij is zoals hij is. En misschien kun je zelfs ooit vrede met elkaar sluiten.
Omdat ik natuurlijk een brave gelovige ben, heb ik gekozen voor de tweede mogelijkheid: in gesprek gaan. Er is namelijk iemand waar ik al heel lang niet mee door één deur kan. Waar ik ten diepste eigenlijk een hekel aan heb. Het botert gewoon niet tussen ons. Wij begrijpen elkaar niet. En vandaag moet ik in het bijzonder aan hem denken. Zijn naam is de Herfst en rond 23 september komt hij ons land binnen. Soms sluipend en onopvallend, andere keren met veel geblaas en een boel meteorologische herrie. Wat moet ik nu leuk vinden aan een jaargetijde waar ik niets van begrijp? Juist als het kouder begint te worden en we allemaal onze jas hard nodig hebben, trekken de bomen alles uit, net zo lang tot zij poedelnaakt langs de weg staan. Dat is toch de omgekeerde wereld? Hoe zou dat dan gemoeten hebben met Zacheus die zich zo lekker achter de bladeren kon verschuilen? Het is maar goed dat Jezus toen niet langs is gekomen! En waarom is dit altijd het begin van een half jaar koude voeten, natte schoenen, sjaal vergeten en al die onhandigheden omdat je niet meer zomaar naar buiten kunt lopen?
Maar met de bergrede in mijn achterhoofd besloot ik om een gesprek aan te gaan met dat jaargetijde dat elke keer mijn zomergevoel verpest. Het jaargetijde waarvan je het meervoud nauwelijks kunt uitspreken: herfsts. Ik besloot heel therapeutisch maar meteen met de deur in huis te vallen. We hadden bij mij thuis afgesproken en nadat ik hem een kop cappuccino had aangeboden, ging hij breeduit op de bank zitten. Hij kwam toch ook weer niet heel onsympathiek over en ik wijzigde mijn strategie. Ik besloot eerst iets vertrouwelijks met hem te delen, zodat er wellicht een open sfeer tussen ons zou ontstaan.
Ik zei: “Wist je dat de Here God geen fouten maakt? “Hij knikte en ik zag buiten meteen wat bladeren vallen. Ik vervolgde: “En tóch denk ik dat er iets misgegaan is in mijn schepping. Volgens mij ben ik destijds bij mijn geboorte duizend kilometer te noordelijk afgeleverd.” Hij keek me aan, glimlachte licht en sprak: “Alweer iemand die het beter denkt te weten dan de grote Ontwerper. Ach ja, jullie kerken zitten er vol mee.”. Ik besloot meteen ten aanval te gaan en vroeg: “Wat is eigenlijk de zin van jouw bestaan? Waarom ben jij er eigenlijk?” Hij zuchtte diep en antwoordde: “Je bent de zoveelste alweer deze week. Ga je straks ook nog een beetje depri zitten doen zoals elk jaar? Als jullie mij niet hadden, kwam er van dit hele land niets terecht. Laat ik eens beginnen met de mode. Als jullie drie dagen achter elkaar dezelfde kleren dragen, loopt iedereen al te mopperen dat je er niet uit ziet. En als ik, net als mijn collega’s winter, zomer en lente, de natuur met de mode laat meegaan, heb je daar commentaar op.”
Ik zweeg beschaamd, omdat ik het liefste niet drie dagen, maar twee weken dezelfde kleren aan heb. Ik hoef niet zo nodig met de mode mee en neem het Adam en Eva nog steeds kwalijk dat we nu kleren aan moeten. Dus voor de natuur vind ik het ook minder belangrijk. Maar mijn vrouw vindt het niet goed en ik snapte het punt wel een beetje.
Voordat ik een reactie kon formuleren, vervolgde de herfst zijn existentiële verklaring. “Ik zorg er toevallig wel voor, zeker dit jaar, dat er een einde komt aan die enorme droogte, zodat jullie jezelf nog een kikker-land kunnen blijven noemen. En ik ruim ook heel veel op in de natuur dat schadelijk zou zijn als het zou blijven. En heb je je ooit weleens verdiept in een verkleurd blad? Daar kon Rembrandt nog een puntje aan zuigen. En dankzij mij is er straks in het voorjaar weer nieuw leven. Waar zeur je nu eigenlijk over met je herfstblues? Maak er eens een keer najaarsrock’n roll van.”
“Dus je bent eigenlijk onmisbaar?” stamelde ik. “Dat is zacht uitgedrukt, jongeman”, antwoordde hij. Jongeman? Ha, ha. Ik vermoedde dat zijn contactlenzen beslagen waren. Maar voor de zoveelste keer moest ik weer ontdekken dat mijn probleem niet zat bij meneer Herfst, maar bij de manier waarop ík met hem om ging. In een uitstekende sfeer liet ik hem uit, terwijl een windvlaag hem meteen aan mijn oog onttrok. Ik besloot mijn voormalige vijand niet alleen mijn ene wang maar ook mijn andere toe te keren.
Dus ik ga alles anders doen en ik hoop dat ik er de energie voor heb. Maar dát probleem hebben we dit jaar allemaal... Ik ga een hit schrijven met als titel “Hiha Herfst”. Ik meld me aan bij de Ice-man voor een cursus wekelijks bevriezen en ik ga elke ochtend voor mijn werk even in de Lek zwemmen. Dan leer ik het wel af om altijd te zeuren dat ik het koud heb en geniet ik voortaan van alle gemakken van de herfst, zoals mijn lekkere dikke sokken.
En dat “jongeman” snap ik achteraf ook wel, want ik ben er pas ongeveer honderd jaar en hij al vele eeuwen.
Maar mijn grootste motivatie om voortaan een loflied te zingen op de herfst en wat daarna komt, is wel wat ik in een wetenschappelijk artikel las: “Kou maakt gelukshormonen vrij die je een fijne roes en een mentale boost geven.”
Zo, nu begrijp ik eindelijk pas waarom ik destijds verliefd ben geworden op mijn vrouw in de herfst…
Dank je wel, jaargetijde.