Boek van Otto de Bruijne over armoede verschijnt na veertig jaar opnieuw
9 juni 2022In 1983 verscheen het boek De Armenspiegel van Otto de Bruijne. Hij neemt de lezer mee op een confronterende reis langs Bijbelse gerechtigheid, om die vervolgens naast de maatschappij van dat moment te leggen. Nu, veertig jaar later, past het boek nog steeds naadloos in onze maatschappij. De uitgever besloot daarom het boek opnieuw uit te geven. Dit keer onder de naam Brood Voor Een Gebroken Wereld. In Bij Jorieke vertelt Otto meer over deze bijzondere heruitgave.
Het boek deed veel voor Otto. Zo zorgde ervoor dat hij veel reisde. Die reizen maakte een diepe indruk op hem: “De ontmoeting met mensen uit India, Afrika en Zuid-Amerika was mijn hele leven lang de basis voor wie ik ben.”
Een nieuwe titel
De oorspronkelijke uitgave van het boek droeg de titel De Armenspiegel. Otto de Bruijne vindt dat nog steeds een sterke titel: “Als ik iemand zie die behoeftig of afhankelijk is, dan verandert hij in mijn ogen. De vraag is: welke spiegelwerking heeft de ander op jou? En kom je tot een vorm van ontmoeting waardoor jij groeit en mens wordt? Het woordje spiegel vond ik daarom fantastisch.”
Toch kreeg het boek een nieuwe titel. De Armenspiegel werd Brood Voor een Gebroken Wereld. De uitgever, en Otto zelf ook, vond de nieuwe titel een stuk meer eigentijds. De nieuwe titel spreekt meer van actie en naar buiten gaan.
Blij met de onbedachtzaamheid
Otto schreef het boek veertig jaar geleden. Nog steeds is hij blij met de onbedachtzaamheid van het boek: “Lekker regelrecht en kort door de bocht, misschien wat ongenuanceerd. Hier en daar denk je: kan je dat nou wel zeggen? Op mijn dertigste schreef ik dit en op mijn zeventigste lees ik het nog eens na. Je zou denken dat je dan wat milder wordt. Maar toen ik voor dit boek een nawoord schreef, was dat nog even radicaal. Misschien komt het van een soort Simson die aan het eind van zijn leven in een tempel staat en nog even die zuilen omtrekt. Ik moet nog even dit punt maken.”
Wat veranderde er in 40 jaar?
Het boek schreef Otto vanuit de Nederlandse situatie waar hij zich toen bevond. Na de tweede wereldoorlog voelden Nederlanders zich rijk en welvarend. Daar kwam verandering in door heftige gebeurtenissen in de wereld; hongersnood, aardbevingen en overstromingen kwamen voor het eerst via de televisie onze huiskamers binnen. Die schok kwam hard aan. Het zorgde destijds in Nederland voor een enorm bewustzijn van de kloof tussen arm en rijk. Die kloof zaten we toen tussen noord en zuid.
In die veertig jaar tijd veranderde een hoop, vertelt Otto: “We zijn in een nog grotere welvaartsspiraal terechtgekomen. In 2022 zitten we met de grote vraag of we onszelf niet een gouden strop om de hals getrokken? Een strop die we aantrekken als we nog meer willen consumeren en aanschaffen. Het kan niet verder gaan. De kloof tussen noord en zuid is er niet meer, overal zijn tegenstellingen in rijkdom gekomen. De hele planeet is in het geding.”
Een geestelijke opwekking
Dat we in een gebroken wereld leven, wordt in het boek van Otto heel duidelijk. Maar wat moeten wij met die gebrokenheid? Volgens Otto begint het zorgen voor de wereld, met een geestelijke opwekking: "De eerste christenen waren vol van de geest. Vanuit hun spontaniteit begonnen ze te delen. Niemand noemde dat wat hij had zijn eigendom. Dát is een doorbraak; dat ik de dingen die ik heb, zie als leengoed."
Geestelijke opwekking betekent volgens Otto handen en voeten geven aan de vragen van deze tijd: "Niet in je bubbel terugtrekken en als het ware op een tribune zitten wachten tot de eindtijd. Misschien is dit de tijd dat Jezus terugkomt, maar dat moet niet onze gerichtheid zijn. We moeten ons richten op wat Jezus vraagt: gevangenen bezoeken, hongerigen eten geven en gebondenen bevrijden."
Het hele gesprek met Otto luister je hier terug: