‘Zonder christelijke regeringspartij wordt christelijk onderwijs in korte tijd afgeschaft’
1 juli 2021Eppo Bruins was tot maart van dit jaar Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij stond op plek zeven van de kieslijst bij de laatste verkiezingen, maar de ChristenUnie behaalde vijf zetels. Dat betekende dat Bruins' periode in Den Haag erop zit. In Bij Jorieke werd kort teruggeblikt op die periode: Wat leerde hij? Hoe ziet hij de ruimte voor geloof in deze tijd, en hoe ga je om met verschillen binnen en buiten de kerk over gevoelige thema’s zoals Israël en de integriteit van het lichaam?
Op de Wikipedia-pagina van Eppo Bruins staat dat hij ongelovig is opgevoed, al zegt hij het zelf iets anders: "Als ik het zo zou formuleren zou ik mijn moeder verdriet doen. Ik ben niet opgegroeid met de Bijbel, maar mijn ouders wilden wel dat ik naar een christelijke basisschool ging bijvoorbeeld. Ieder mens heeft diepere gedachte over zingeving in het leven."
"Op 20 april 1988 was ik 18 jaar en pianist bij een plaatselijk gospelkoor. Ik vond het leuke muziek, maar geloofde niet in de teksten. Toen kwam Adrian Snell naar Nederland, hij speelde natuurlijk fantastisch piano dus had geen pianist nodig. Ik werd daarom gevraagd om mee te zingen, en dat heb ik gedaan. Tijdens een van de repetities zei de dirigent: "Als je niet gelooft kan je dit niet zingen. Dat was het lied waarin de tekst 'iedere knie zal buigen, iedere tong zou belijden dat Jezus Heer is' zat. Toen het optreden kwam zong ik tot we bij dit lied kwamen en ik kon niet meer zingen, er kwam niks uit mijn keel. Toen dacht ik: Het is waar wat we hier zingen. Toen heeft God me aangeraakt, en dat ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Dat was zo’n krachtig moment, en vanaf dat moment geloofde ik. Heb allerlei boeken gelezen om het weer kwijt te raken, maar is niet gelukt."
"Ik begrijp precies hoe het is om niet te geloven. Ik weet hoe je dan naar het leven, de samenleving en de mens kijkt. Ik kan die taal nog steeds spreken. Ik ben nooit de 'tale Kanaäns' gaan spreken, met ingewikkelde Bijbelse woorden. Als iemand het woord genade voor het eerst hoort, denkt hij dat iemand een mes op je keel zet en dat je daarom genade moet roepen. Dat zijn woorden die ik niet gebruik als ik iemand spreek die nog niet bekend is met het geloof. Het is een zegen dat ik de eerste achttien jaar niet geloofd heb. Het nadeel is dat niet alle Bijbelverzen en psalmteksten uit mijn hoofd ken. Het is genade als je dat wel hebt!"
Exit Den Haag
"Sinds februari vorig jaar heb ik sterk het gevoel dat ik nog niet klaar ben. Toen ik op plek zeven werd gezet heb ik geen enkel gevoel van teleurstelling of wrok gehad. Ik had zoiets van: Plek zeven is een heilig getal en kom er wel in, want ik heb dat sterke gevoel dat ik er nog niet klaar ben. Het gebeurde alleen niet in maart. We kregen maar vijf zetels, en bleven stabiel. Nog steeds ben ik met mijn hele hart overtuigd dat ik er nog niet klaar ben. Niet dat ik per se in Den Haag wil zitten, maar dit is mijn gevoel. Er is heel veel nog niet goed in Nederland. Jonge mensen kunnen eigenlijk geen huis meer huren of kopen. We sturen ze met grote studieschuld de arbeidsmarkt op, en daar kunnen ze geen vast contract krijgen. Het vergt heel veel tijd om dingen te repareren en dat is mijn passie: Om de volgende generatie een mooiere toekomst te bieden."
"Mensen weten niet meer wat het verschil is tussen een kerk of tafeltennisvereniging. Dat een kerk ten diepste over iets heel anders gaat dan gezellig ontspannen bij elkaar komen, en dat godsdienstvrijheid een groot goed is - dat besef verdwijnt. De liberale partijen lijken de overtuiging te hebben dat je moet denken zoals de meerderheid. Ze zeggen: Je moet het maximale uit jezelf halen. Dat vind ik de gevaarlijkste trend van dit moment. Als democratie er niet meer is om minderheden te beschermen, dan werkt democratie niet. Toen wij christenen in de meerderheid waren hebben we ook veel opgelegd aan mensen die anders in het leven stonden."
"Nu gaan we daar als minderheid last van krijgen. In de loop van 10-20-30 jaar denk ik dat het meer naar gedwongen liberalisme gaat. Eentje waar ik me grote zorgen over maak is het christelijk onderwijs. Dat je als christelijke ouder je kinderen christelijk onderwijs mag geven. Een meerderheid in de Tweede Kamer vindt dat christelijk onderwijs niet hoort. Je mag kinderen voor hun 18de niet indoctrineren, maar moet ze neutraal opvoeden. Dat bestaat natuurlijk helemaal niet. Je geeft kinderen altijd normen en waarden mee, er zit altijd een denken achter. Al vijftien jaar proberen ze artikel 23, dat de vrijheid van onderwijs regelt, te veranderen. Iedere keer dat er geen christelijke partij in de regering zit, kan dit afgeschaft worden. Ik denk dat dit gaat gebeuren op korte termijn."
Geestelijke strijd
"Voor mij is geestelijk strijd een afbeelding in de hemelse gewesten, dat er ook in het onzichtbare strijd wordt gevoerd voor de dingen die er echt toe doen. Onderwerpen waarbij je de ander nooit kunt bereiken. Op veel onderwerpen is het mogelijk een compromis te bereiken. Sommige onderwerpen hebben een geestelijke component, waarbij je de ander niet kunt bereiken. Dan probeer je barmhartig te zijn, maar die ander vind jou kil en koud en hard. Dat gaat niet over belasting box drie, maar over medisch-ethische kwesties, gewetensvrijheid en over Israël. Bij die thema’s voel ik geestelijke strijd en is het heel moeilijk om Kamerleden van andere partijen te bereiken. Neem abortus: Als wij als ChristenUnie pleiten voor hulp voor tienermoeders of - nog erger in de ogen van liberalen - een alternatief bieden voor de ergste keus, dan worden we zelfs in die liefdevolle boodschap ervaren als kil en harteloos. We komen aan de rechten van jonge moeders om keuzes te maken. Dat zeggen we niet, maar het lijkt alsof er schellen op hun ogen en oren geplaatst zijn waardoor ze ons iets anders horen zeggen."
"Toen D66 met het plan kwam om gezonde ouderen, die klaar zijn met het leven, lukt het wel om elkaar te bereiken. We kwamen met het plan om levensbegeleiders aan te bieden in plaats van sterfbegeleiders. Soms lukt het wel om elkaar te bereiken, maar bij onderwerp als abortus lukt het niet. Dan zeg ik: dat is geestelijke strijd. Wie kan er tegen goede hulp voor tienermoeders zijn? Hun ogen zien een christen die vrouwenrechten wil inperken, dat mag nooit gebeuren, zeggen ze dan! Dan zit er voor mij een moeilijke geestelijke dimensie achter. En dat betekent tegelijkertijd dat je met iets heel erg belangrijks bezig bent."
Luister hier het hele gesprek terug: