Dirigent Peter Burger over opstarten met koren na corona

Peter is blij dat er weer fysiek gerepeteerd kan worden. Toch zijn sommige partijen nog voorzichtig. "Je merkt dat de opstart bij verschillende koren op verschillende manieren gebeurt. Bijvoorbeeld onder hun leden: de een is wat voorzichtiger dan de ander. Daarnaast heb je ook te maken met beheerders van gebouwen. Wij als bestuur willen dan wat, maar de beheerder van het gebouw ziet het nog niet zitten. Het blijft zoeken binnen de regelgeving wat wel en niet kan".

Alle ontwikkelingen van het afgelopen anderhalf jaar hebben ook hun invloed gehad op de samenstelling van de verschillende koren, legt de dirigent uit. "Sommige leden van in de zeventig besloten te stoppen nadat ze al anderhalf jaar uit de running waren. Maar mensen willen wel graag weer zingen en ik zie bij ieder koor ook nieuwe gezichten verschijnen. Al met al is het ledenaantal wel min of meer op peil gebleven".

Omdat fysieke bijeenkomsten door de coronamaatregelen niet mogelijk waren, werd overgegaan op online repetities. Dat die mogelijkheid er was is fijn, maar het is ook niet alles, vertelt Peter. "We studeerden online onze nootjes in en 80 à 85% van de leden deed heel actief mee. Dat was winst, maar zangtechnisch was het minder. Mensen zaten allemaal achter hun computer met hun voeten op het bureau en een kopje cappuccino. De zanghouding was fiks weggezakt en die moet nu dus wel even bijgespijkerd worden".

Ondanks dat alles dus nog niet helemaal is zoals het moet zijn en corona nog niet helemaal weg is, toont Peter zich ambitieus. "We hopen volgend voorjaar wat groots te organiseren. Eigenlijk  hadden we voor november wat concerten gepland, maar met de nu nog geldende maatregelen vonden we dat geen goed idee. We vinden het dit project ook waard om er nog even mee te wachten tot we hopelijk zonder restricties weer dingen kunnen organiseren".